Featured Image

Hemelvaart - één gezamenlijke viering

Op donderdag 18 mei 2023,  Hemelvaartsdag, was er een inspirerende Hemelvaartviering voor de hele parochie Maria in de Sint Cathrien. Na afloop bleven heel wat mensen bij de koffie. Zo werd het een prachtig feest van ontmoeting en verbondenheid..

Zo af en toe is het fijn en zinvol om te laten zien dat we één parochie zijn, weliswaar met een heleboel verschillende gemeenschappen, maar toch één. Hemelvaart is een ideale dag hiervoor.

Pastoor Paul Janssen sprak in zijn overweging over de betekenis van Hemelvaart voor onze parochie. Hieronder kunt u zijn overweging lezen, geïnspireerd door de lezingen uit de Handelingen van de Apostelen (1, 1-11) en uit het evangelie volgens Matteüs (28, 16-20).

Blijf niet staren

Ik voel me wat ongemakkelijk om vandaag een overweging te houden. Want het is voor mij de eerste keer in mijn dertigjarige carrière dat ik met Hemelvaart preek. Andere jaren waren er altijd eerste communievieringen op die dag en dan was er een eigen thema en ging Hemelvaart ongemerkt voorbij.

Zo voelde ik het eerlijk gezegd ook: Hemelvaart hangt er zo’n beetje bij. De veertigste dag van Pasen, tien dagen voor Pinksteren. Ik heb wat inspiratie gezocht bij afbeeldingen van de hemelvaart van Jezus. Op de Olijfberg is een kapel gebouwd over de plek waar voetafdrukken in een steen staan, de plek waar Jezus zich afzette om op te stijgen. Rembrandt schilderde engelen die Hem als een raket doen opstijgen. Op een fraaie Hemelvaartsicoon zie je Jezus voeten nog net onder de wolken uitkomen. Nog even en Hij is verdwenen. Salvador Dali laat ons van onderop naar boven kijken hoe Jezus opgaat, een lichtende tunnel in. Je ziet de onderkant van zijn voeten. Ontroerend vond ik een afbeelding van een kind dat op een ladder klimt en naar de wolken reikt. Maar daar is niets te zien, behalve dan de prachtige wolkenschakering die elk moment anders is.

Allemaal mooie afbeeldingen, maar het meest spreekt mij toch aan onze eigen icoon van Hemelvaart, geschilderd door Kees de Kort, u weet wel, die van de Kijkbijbel, een van de meest bekende kinderbijbels. Hij schilderde vijftig jaar geleden zes Christusiconen voor de Lucaskerk, waaronder die van de opname van Jezus in de hemel. In het bovenste deel staat het evangelie van vandaag afgebeeld: de afronding van het evangelie volgens Matteüs: de finale van Jezus’ leven met een opdracht aan zijn leerlingen: “Gaat dus en maakt alle volkeren tot mijn leerlingen en doopt hen in de naam van de Vader en de Zoon en de heilige Geest…”

In de eerste lezing – en ook op het onderste deel van de icoon – zien we de reactie van de leerlingen: ze staren Hem verbaasd en vertwijfeld na. Maar al gauw worden ze weer met beide benen op de grond gezet. “Wat staan jullie daar te staren?” zeggen engelen. Er is werk aan de winkel! Er is een lied van Huub Oosterhuis dat dit treffend verwoordt:

“Blijf niet staren op wat vroeger was.
Sta niet stil in het verleden.
Ik, zegt Hij, ga iets nieuws beginnen
het is al begonnen, merk je het niet?”

De opdracht die Jezus’ leerlingen krijgen, is ook onze opdracht als christenen. Niet naar boven staren. Niet alles van God verwachten, van al zo hoge. Je kunt je een ons bidden, maar als je zelf niet aan de slag gaat, gebeurt er niets.

En, niet navelstaren ook, je comfortabel wentelen in je eigen gelijk, je vaste kader, je plek en gewoontes, maar erop uit, enthousiast, open, nieuwe uitdagingen aangaan. “Gaat dus…” is het eerste deel van Jezus’ opdracht.

En dan “alle volkeren tot leerlingen maken”. ‘Alle’, dat houdt in, dat iedereen mag meedoen, zonder onderscheid of voorbehoud. Dat roept de vraag op: hoe uitnodigend zijn we eigenlijk? Ik heb enkele weken geleden in mijn overweging gezegd dat echte gastvrijheid onvoorwaardelijk is. Als je daar eens goed over nadenkt, dan merk je dat dit nogal wat consequenties heeft: ‘alle’.
En al die mensen mogen wij tot leerlingen maken. Als ik terugdenk aan leraren die mij echt iets geleerd hebben, dan zijn dat mensen die met passie voor de klas staan, vol overgave over hun vak vertellen en de kunst verstaan om het zo over te dragen dat de leerlingen het begrijpen en zelf enthousiast worden. Leraren geloven in hun leerlingen, helpen hen groeien. Een docent die vorig jaar de titel ‘Leraar van het Jaar Speciaal Onderwijs’ had gekregen zei: “De leerlingen in mijn klas kunnen de maatschappij heel wat leren. Doorzetten bijvoorbeeld, open en eerlijk zijn en iedere dag zien als een nieuwe kans.” Een ander wil zijn leerlingen vooral meegeven van het leven te genieten. “Genieten begint bij leren”. De website ‘Leraren van het Jaar’ geeft als criteria: “Een Leraar van het Jaar is ambassadeur van het vak, enthousiast en bevlogen. Het is iemand die actief bijdraagt aan de ontwikkeling van goed onderwijs. Die iets bijzonders in de les doet en het beste uit de leerlingen haalt. En ook daarbuiten actief is, bijvoorbeeld in een onderwijsnetwerk. Iemand die van zich laat horen in een blog of artikel, of die startende collega’s begeleidt.” Zoiets heeft Jezus denk ik voor ogen als Hij ons uitnodigt om mensen tot leerlingen te maken.

Nu is de kerk geen school en hoeft dat ook niet te zijn. Natuurlijk mogen en moeten er cursussen zijn, en willen we verdieping zoeken en aanbieden. Maar van elkaar leren kun je ook in de gewone omgang met elkaar, in het voorbeeld dat je elkaar geeft. Hier rond de koepel van de Sint Cathrien staan de zaligsprekingen. Daar kun je heel veel over lezen en discussiëren, maar ze nodigen vooral uit om te doen. Hoe kunnen wij ervoor zorgen dat mensen zich zalig, gelukkig voelen? Dat is niet alleen een perfect verzorgde liturgie, dat is ook de cake bij de koffie…

En tenslotte kunnen dat ‘gaan’ en ‘alle volkeren tot mijn leerlingen maken’ leiden tot engagement, tot het Doopsel en de andere sacramenten; dat mensen uitspreken dat ze echt bij deze gemeenschap van Jezus willen horen, zich willen inzetten voor de verwerkelijking van zijn Blijde Boodschap, in zijn voetstappen willen treden, de voetstappen die Hij bij zijn hemelvaart heeft achtergelaten op de Olijfberg, maar vooral de voetafdruk, de footprint, die Hij in ons leven, in ons hart achterlaat en waarin en waarmee wij verder gaan.

pastoor Paul Janssen

Featured Image

Het verhaal achter het Mariakapelleke in het Maliskampse bos

door Peter Trum (foto: Gerrit Mol)

Op een zonnige dag in de zomer van 2011 wandelde ik door het Maliskampse bos. Om wat uit te rusten van mijn wandeltocht nam ik plaats op een bankje bij het bruggetje. Ik genoot van de prachtige omgeving en de weldadige rust. Toen ik naar die prachtige boom vóór mij keek zag ik daar hoog in die boom een mooi Mariakapelleke hangen. Het ontroerde mij en op datzelfde moment
kreeg ik een idee.

Een vriend had mij verteld dat hij terminaal ziek was, dat raakte mij diep. Toen ik hem enige tijd later sprak vertelde ik hem over mijn idee: ik wilde voor Paul een gedicht schrijven en dit onder het Mariakapelleke in het bos hangen zodat ik tijdens mijn wandelingen door het bos op die plek telkens aan hem kon denken. Paul vond het een fijn idee en wij spraken af het gedicht samen op de
boom te plaatsen.

Enige tijd later, toen ik weer eens zat te rusten op de bank bij het kapelleke, werd ik aangesproken door een echtpaar. De mijnheer, die zich voorstelde als Ton Boeren, vroeg mij of ik Peter was waarop ik antwoordde: “Ik ben inderdaad Peter maar waarom vraagt u dat?” Hierop antwoorde Ton: “Omdat onder dat gedicht aan de boom de naam Peter staat!” Ik zei hem dat ik dat gedicht inderdaad voor een vriend geschreven had. Toen vroeg Ton aan mij: “Dan zul je ook willen weten wie wij zijn, welnu wij zijn Ina en Ton Boeren. In 1996 hebben wij dat Mariakapelleke uit dankbaarheid aan deze boom gehangen. Dat wij elkaar hier mogen ontmoeten kan géén toeval zijn!” Ik beaamde dat en daarna voerden wij samen nog een fijn gesprek.

Op een zekere dag sprak een andere vriend, Jack Bergmans geheten, mij aan en zei dat hij het gedicht aan de boom in het Maliskampse bos had gelezen. Hij vroeg mij of dat een gedicht van mij was waarop ik bevestigend antwoordde. Niet veel later kwam Jack met het idee om in oktober een kleine bedevaart naar het kapelleke in het bos te organiseren. Nadat hij een aardig artikel in “De Rosbode” had geschreven over het kapelleke én het gedicht met een slogan “In de meimaand naar Maria in 's-Hertogenbosch en in oktober naar Maria in het bos” bleek er voldoende belangstelling te bestaan om de eerste bedevaart te houden waarbij zo'n 35 deelnemers aanwezig waren. Jack ging voor in het gebed en ik vertelde op verzoek van de aanwezigen het ontstaan van e.e.a. Bij deze eerste bedevaart was Paul zelf aanwezig, zij het dat hij de bijeenkomst op enige afstand volgde vanuit de auto. Paul bleek te zeer vermoeid om lang te kunnen staan. Helaas kwam Paul op 2de Kerstdag 2011 te overlijden, en nog altijd missen wij hem.

In latere jaren gingen diaken Jan Renders, kapelaan Gideon van Meeteren en pastoor Paul Janssen voor in het gebed. Inmiddels is de kleine bedevaart naar Maria in het bos een traditie geworden die mensen met elkaar verbindt. Ik schreef dit verhaal omdat velen in de achtergrond van het Mariakapelleke en het gedicht geïnteresseerd blijken.