Featured Image

Geoffrey de Jong

Openheid, goodwill en thuiskomen als belangrijke uitgangspunten in het priesterschap

Geoffrey de Jong, onze nieuwe kapelaan, heeft in zijn leven al heel wat afgereisd. Hij is geboren in Zuid-Afrika en woonde vanaf zijn zevende in Nederland. Zijn studie theologie en de priesteropleiding heeft hij ook op meerder plaatsen gevolgd: Tilburg, Roermond, Den Bosch en het Belgische Tongerlo. Nu verwelkomt Parochie Maria hem in het grote katholieke bolwerk van Den Bosch, nadat hij eerst diende in kleinere dorpsgemeenschappen. Maar ergens dienen of geweest zijn is natuurlijk maar één kant van een veel groter verhaal.

Een man van goed geloof

Wie Geoffrey vraagt naar de kern van zijn priesterschap krijgt een diepe, misschien wat onverwachte boodschap te horen. Natuurlijk laat hij zich leiden door zijn geloof, maar de mensen die hij daarin of zelfs daarbuiten ontmoet, vormen voor hem een hele belangrijke drijfveer.

“Het beeld van de kerk is de afgelopen jaren behoorlijk versteend,” merkt hij op. “Alsof priesters de hele dag door een rozenkrans bidden, tot iemand ons van de kerkbanken afroept. Maar ik doe veel meer dan bidden en preken. In een tijd waarin de meeste mensen niet veel met geloof bezig zijn, ben ik ook met heel andere dingen bezig. Het moet juist duidelijk worden dat de Kerk midden in de samenleving staat. Zo zijn we ook steeds meer zichtbaar tijdens momenten die niet per se met religie te maken hebben. Je moet je mengen in de maatschappij, gezellig met anderen een biertje drinken -jazeker, dat mag ik gewoon!- en elkaar als mensen vinden.”

Als echt mensenmens heeft Geoffrey daar geen moeite mee: hij gelooft in het goede van mensen en dat iedereen waarde en een plaats in de wereld heeft. Dat maakt hem een man van goed geloof: in God, maar ook in de alledaagse mens.

Boeddha’s boekenworm

Geoffrey groeide niet uitgesproken gelovig op. Hoewel hij een zekere basis van het geloof meekreeg als kind, was hij daar niet echt mee bezig. Tot hij als tiener ging nadenken over de grotere levensvragen en vraagtekens zette bij het materialisme. Bezit kon toch zeker niet het hoogst haalbare in het leven zijn, dacht hij. Als boekenworm had hij de hele bieb al uitgelezen en bij gebrek aan ander, nieuw materiaal kwam hij zo op de afdeling ‘spiritualiteit’ terecht. Zo las hij eerst boeken over Boeddha en het boeddhisme. Al snel volgen vele andere wereldreligies. Uiteindelijk bleek het Rooms-Katholieke geloof het beste bij hem te passen. Natuurlijk sprak de leer hem aan, maar Geoffrey voegt eraan toe: ‘Toen ik Rooms- Katholieke vieringen bij ging wonen, merkte ik dat ik niet de enige was die met soortgelijke vragen worstelde. Zo voelde ik me minder alleen, meer ergens thuis en meer ergens bij horen.”

Dat gevoel van een thuis hebben en ergens welkom zijn, neemt hij mee in zijn uitgangspunten voor het priesterschap.

Luisteren en samenkomen in het mens-zijn

Geoffrey vindt het belangrijk om goed naar mensen te luisteren, zodat ze zich onvoorwaardelijk gehoord voelen. In de ingewikkeldere kwesties rondom het geloof, maar ook daarbuiten. “Het is belangrijk om te beseffen dat we allemaal mensen zijn en daarin de gulden snede te vinden. Ook al ben je het met elkaar oneens, dat is nooit een reden om elkaar uit te sluiten of te verstoten.” Volgens Geoffey is het makkelijk om snel een oordeel klaar te hebben, maar is dat juist iets wat je moet proberen te vermijden. De kerk kan volgens hem een hele mooie rol spelen in het ontmoeten in het gevoel van anders-zijn. In Nederland zijn we relatief beperkt gelovig, dus kan het eenzaam voelen als je wel gelooft. Maar gevoelens van anders-zijn kunnen erg divers zijn. Daarin kan de kerk als bruggen proberen te slaan. “Mensen zijn tegenwoordig vaak zoekende in geloof of spiritualiteit,” legt Geoffrey uit. “Het is belangrijk om elkaar in die zoektocht te ontmoeten en te vinden in ons gedeelde mens-zijn. Daar kan het geloof dan een rol in gaan spelen, als dat zo mag zijn, maar mensen naar de kerk ‘lokken’ is nooit het uitgangspunt. Uiteindelijk gaat het er vooral om dat je met iedereen om de tafel kan zitten met een kopje koffie. Letterlijk, maar ook wat meer symbolisch. Zonder koffie praat het een stuk minder gezellig”.

De parochie Maria verwelkomt Geoffrey als kapelaan in onze gemeenschap. Hij komt graag langs voor een kopje koffie en een praatje om verder kennis te maken met de parochianen.

Featured Image

Johanneke Bosman

“Ik heb op verschillende plekken iets mogen leren en iets mogen brengen”

Per 1 juli is Johanneke Bosman bij onze parochie in dienst als pastoraal werker. Ze heeft het gevoel dat de Heilige Geest er iets mee te maken heeft gehad dat deze vacature op haar pad kwam. Ze volgt hiermee Embregt Wever op. Johanneke is theologe en heeft zowel de afstudeerrichting pastoraal werk als die van docent godsdienst en levensbeschouwing voltooid. Het helpt haar enorm in haar werk. “In het pastoraat werk je met groepen en als je dan een didactische achtergrond hebt, is dat echt heel verrijkend.”

Ze is een bezige bij en deed veel ervaring op bij diverse werkgevers. Zo studeerde ze nog in Rome, liep ze stage bij defensie, werkte ze bij een blindeninstituut, gaf ze les op een Amerikaanse Highschool (Bijbelwetenschappen en sacramentstheologie) en werkte ze bij een katholieke radiozender. “Ik heb echt heel veel mooie dingen mogen doen en daarin mijn weg mogen zoeken. Ook het werken bij niet-kerkelijke organisaties was fijn. Je leert daardoor op een andere manier naar dingen te kijken en dat is waardevol voor mijn werk binnen de kerk.” Nu werkt ze nog in een oecumenische gemeente in Utrecht. “Dat is ook weer heel anders om te zien of te ervaren: hoe je op verschillende manieren samen kerk kunt zijn, samen volgelingen van Jezus bent. Daar ben ik dus ook dankbaar voor: ik heb op verschillende plekken iets mogen leren en iets mogen brengen.”

Johanneke werd door een bekende op de vacature bij onze parochie gewezen. “Die persoon zei: dat is jouw plek. Ik werd nieuwsgierig en ben op zoek gegaan naar meer informatie en eigenlijk werd ik steeds enthousiaster. Er zijn enorm veel ambities en mogelijkheden. Dat had grote aantrekkingskracht. De Heilige Geest heeft daar ook iets mee te maken gehad. De aantrekkingskracht was namelijk heel groot.”

Haar geloof uit zich in de zin die de Heilige Hildegard van Bingen heeft gezegd: verbondenheid met het Levende Licht. “Dat vind ik zo liefdevol. Jezus zegt het ook: Abba Vader. Wij mogen leren, vieren en dienen, dat is onze opdracht als gelovigen, voor het Levende Licht wat wij God mogen noemen. Je ziet het ook in bedevaartsoorten, zoals Santiago de Compostella, hoe mensen aankomen. Er zit iets van een levendigheid in, een soort stralend licht. Dat heeft Hildegard mooi gevangen in die ene zin. Ik hoop dat ik op voorspraak en onder de hoede van Maria iets van het Goddelijke Levende Licht in onze parochie mag laten groeien en stralen.”

Featured Image

René de Weerd

René de Weerd kwam in 1962 in Deventer ter wereld. Hij werd niet gedoopt, daar zijn moeder niet belijdend Nederlands Hervormd was en nooit meer in de kerk kwam. Zijn vader was een “rooie”, zoals ze dat toentertijd zeiden en had niks met de kerk. Deventer werd ook wel Moskou aan de IJssel genoemd, omdat het een zeer socialistische arbeidersstad was.

Na de middelbare school ging René muziekwetenschappen studeren en toen hij zijn scriptie schreef, kwam hij in aanraking met het boek Belijdenissen van Augustinus uit 380 na Christus waarin de weg van een heiden wordt beschreven, die zich bekeerd tot het Christendom. “Er stond ook een heel hoofdstuk over muziek in. Dat boek maakte echt iets in me los.” Ook trad de diaken in die tijd op. Hij kon  namelijk behoorlijk goed blokfluit spelen en deed dat tijdens diensten in de Gereformeerde kerk.

Toch voelde hij zich meer aangetrokken tot het katholieke geloof. “Ik kwam ook wel eens in katholieke kerken, zeker na het lezen van het boek van Augustinus. Het is eigenlijk het verschil in toon dat me zo aansprak. Bij de Gereformeerde kerk zijn het meer sombere zondaars, terwijl in de katholieke kerk juist blije zondaars zijn. Later heb ik natuurlijk ook inhoudelijk meer geleerd, maar dat was het eerste wat me opviel.”

Op zijn 22e meldde René zich bij de pastoor in een dorp vlakbij Deventer, wiens broer in die tijd bisschop van Haarlem was. “Die heeft mij begeleid naar opname in de kerk. Op mijn 25e werd ik gedoopt, deed ik de Eerste Heilige Communie en mijn Vormsel in één keer.” Hij vervolgde zijn weg bij de Jezuïetenorde, waar hij zijn noviciaat deed. “Daar heb ik hun spiritualiteit leren kennen. Verder heb ik stage gelopen in een ziekenhuis in toen nog West-Berlijn en twee jaar filosofie gestudeerd in München.” Eenmaal terug in Nederland begon René aan de studie theologie in Nijmegen.

Na acht jaar in de orde was het tijd voor een volgende stap. Hij stond op een tweesplitsing. Toevallig (of juist niet) kwam hij in die tijd een bijzondere vrouw tegen. “Ik trouwde met haar en maakte daarmee ook meteen een beslissing voor de toekomst. Ik trad uit en ging aan het werk als pastoraal werker.” René is een harde werker en was op verschillende plekken werkzaam. Zo hielp hij in West-Friesland parochies met fusies, het afstoten van kerken, maar ook het opzetten van diaconieprojecten. “Er was een wachtlijst van drie maanden bij het maatschappelijk werk. Daarom hebben we als kerk, samen met de overheid, een project opgezet waarbij mensen binnen 24 uur iemand te spreken kregen.” Ook werden er avonden voor boeren georganiseerd, die vanwege geldnood hun bedrijf wilden beëindigen. “Daar hadden we een fonds voor opgezet.”

En nu begint de diaken in onze parochie. “Voor mij is het belangrijk om God in ons midden te voelen. Dat gebeurt natuurlijk tijdens de Eucharistie, maar ook als mensen elkaar zoeken, elkaar vinden en met elkaar gelukkig kunnen worden. Dat ze elkaar tot zegen zijn. Dat ervaar ik tenminste bij mezelf en bij mijn werk in de kerk.”

De komende maanden gaat hij vooral kennismaken. Ook neemt hij een deel van het werk van pastoraal werker Embregt Wever op zich. In zijn vrije tijd houdt de diaken zich bezig met filosofie. Zo is hij lid van het internationale gezelschap dat de filosofie van Johann Gottlieb Fichte onderzoekt. “In Breda gaven we ook wel eens cursussen.” Daarnaast is hij geïnteresseerd in geschiedenis vanaf de Franse Revolutie, de burgeroorlog in de Verenigde Staten en de Tweede Wereldoorlog. Zijn vrouw Daphne van Roosendaal werkt fulltime voor het bisdom Rotterdam. “We hebben geen kinderen uit Gods handen mogen ontvangen, maar daardoor hebben we ons ook meer aan zijn Kerk kunnen geven.”

Featured Image

Titus Ikyomke

Over Pater Titus

Zijn naam is pater Titus Ikyomke (spreek uit: iekomkè) en komt uit Nigeria. Pater Titus groeide op in een katholiek dorp, niet ver van de hoofdstad Abuja. Al op zijn twaalfde wist hij dat hij priester wilde worden. Hij hielp toen als misdienaar mee in de kerk. Daarnaast werkte zijn vader als pastoraal werker samen met Engelse missionarissen. En dat wilde de jonge Titus ook worden!

Na tien jaar studie, werd Titus tot priester gewijd in Nigeria. Op zijn negentiende nam hij de beslissing om lid te worden van de Congregatie van de Heilige Geest, een eeuwenoud religieus, missionair instituut dat in de zeventiende eeuw gesticht was in Frankrijk. Daar volgde hij dus ook zijn opleiding.

In 2017 kwam pater Titus in Heerenveen terecht, zijn eerste missieplaats. Nederland leek hem interessant – hij is een fervent voetballiefhebber - en mooi, maar het was wel even wennen. Vooral het aanzicht van de bijna lege kerken, want in Nigeria was hij gewend aan drie à vier volle vieringen per dag met zang en dans.

De eerste opdracht was om de taal te leren. Dat deed de pater bij de Radboud Universiteit in Nijmegen. Na zijn inburgeringsexamen, kon hij aan de slag. De vieringen waren niet wezenlijk anders; het is bekend dat een gelovige over de hele wereld een katholieke kerk binnen kan stappen en ondanks een vreemde taal, toch de mis kan volgen. Zo ging pater Titus voor in de Petrus en Paulus parochie in de gemeente Heerenveen.

Na drie jaar gaven de leden van de Congregatie (waaronder pater Titus) de parochie terug aan het bisdom. Toevallig was er hier net een vacature vrijgekomen door het vertrek van kapelaan Schaepman. Na een aantal gesprekken bleek dat pater Titus een welkome aanvulling zou zijn op het pastorale team van de parochie Heilige Maria. Inmiddels heeft hij zijn eerste vieringen al achter de rug in de Lucaskerk.

Zelf zegt hij: “Het was heel bijzonder om voor te gaan in de Lucaskerk. Ik vond het fijn om gezinnen te zien. Kinderen zijn toch de toekomst. Waar ik ook blij van werd, was de misdienaar die me vertelde dat hij later heel graag priester wil worden.”

Ook de eerste gesprekken met pastoraal werker Embregt Wever heeft de pater als positief ervaren. “Het lijkt me een leuke parochie en er is veel te doen. Ik hoop dat we binnenkort ook weer gewoon een praatje kunnen doen. En in Heerenveen ging ik altijd naar de voetbalwedstrijden als ik geen viering had. Ik hoop dat straks ook bij FC Den Bosch te kunnen doen.”

Featured Image

Paul Janssen

Per 1 juli 2022 is Paul Janssen pastoor van de parochie Heilige Maria. Vanaf 1 januari 2022 was hij al, naast zijn functie in Deurne,  administrator (waarnemend pastoor).

Na zeventien jaar Deurne viel het hem zwaar om afscheid te nemen van Deurne. Maar tegelijk is zeventien jaar ook lang voor een pastoor. “Ik ben nu 58 jaar. Wil ik nog wat ondernemen voor ik er te oud voor ben, dan is nu het moment. En deze mooie uitdaging kwam op mijn weg. Ik ben de bisschop dankbaar voor zijn vertrouwen.”

De grote Mariaparochie, die acht kerken telt, is volop in beweging. Janssen kan zijn ruime ervaring met betrekking tot parochiefusies hier goed inzetten. “Het is een avontuur om als parochie dicht bij de mensen te blijven, ook als een kerk verder weg is. Nabijheid en aanwezigheid zijn essentieel voor een geloofsgemeenschap.” Janssen heeft veel vertrouwen in het pastorale team en het parochiebestuur en is blij met de vele vrijwilligers die zich voor de parochie inzetten.

Pastoor Paul Janssen is in 1963 geboren in Roermond, studeerde bouwkunde aan de Technische Universiteit in Eindhoven. Daarna volgde hij de priesteropleiding in Kerkrade en Den Bosch. Bijzonder is dat hij zijn kerkelijke loopbaan in Den Bosch begon, toen nog bij plebaan Gerrit van de Camp, als medepastor in de Binnenstadparochie van Den Bosch en de Lucasparochie in Den Bosch Zuid. In 1996 werd hij pastoor in Goirle. Na negen jaar maakte hij de overstap naar Zuidoost Brabant. Daar was hij ook drie jaar tevens deken van het dekenaat Asten-Helmond.

In zijn eerste column voor de Nieuwsbrief schreef pastoor Janssen dit:

"Nu ik inmiddels zo’n twee maanden in Den Bosch, Rosmalen en Empel rondfiets merk ik dat ik steeds minder de navigatie op mijn mobieltje nodig heb om de weg te vinden. En bij de informatieavonden over het parochiebeleid viel me op dat ik toch al heel wat mensen van naam ken. Geleidelijk raak ik nog meer thuis dan ik me al voelde.

Was het beoogde beleid voor de parochie van de toekomst maar net zo duidelijk als de fietspaden die centrale lijnen door de gemeente vormen, breed, met voorrang voor de rijwielen. Je weet waar je naar toe gaat, de weg is gebaand. Zo is het niet met onze parochie. We zoeken naar wegen om ons geloof nieuw elan te geven in een snel veranderende samenleving. Dat er iets moet gebeuren, dat we niet zomaar verder kunnen gaan is duidelijk.

Maar hoe dan wel? Hoe kunnen we jonge mensen enthousiast krijgen voor de christelijke boodschap? We noemen het een Blijde Boodschap, goed nieuws. Maar stralen we het ook uit? Het gaat er niet om om ‘zieltjes te winnen’ of zoveel mogelijk mensen weer in de kerk te krijgen. Ik gun andere mensen die blijmoedigheid waarmee wij als christenen het leven aan kunnen.

Het is niet altijd ‘hallaluja’, maar op de een of andere manier kunnen we ons gedragen voelen. Door Jezus, die niet boven ons staat, maar naast ons en met ons mee leeft in het lief dat ons toevalt, het leed dat ons overkomt. Door Maria, die weet hoe mooi het leven kan zijn en ook hoe zwaar. Zij leeft met ons mee.

Zij zijn voor mij een richtingwijzer op het fietspad van mijn leven. Ik hoop ook op het uwe!"

Featured Image

Ad van Wezel

In een gelovig en kerkbetrokken gezin ben ik opgegroeid als oudste van 6 kinderen. Na de lagere school ging ik naar het klein seminarie van het bisdom in Sint Michielsgestel. Heel bewust koos ik voor de Theologische Faculteit in Tilburg  voor verdere opleiding, omdat daar de mogelijkheid was om af te studeren in de specialisatie basispastoraat.

Tijdens de opleiding in Tilburg heb ik 2 jaar stage gelopen: 1 jaar in een parochie en 1 jaar in een verpleeghuis. Nog niet afgestudeerd maar wel  gemotiveerd om aan de slag te gaan, solliciteerde ik naar de functie van pastoraal werker in de Lucasparochie in Den Bosch Zuid. In 1977 werd ik daar benoemd. Na in 1980 afgestudeerd te zijn, volgde eind 1980 mijn diakenwijding. In maart 1981 werd ik in de Lucaskerk tot priester gewijd door Mgr.Bluijssen.

Daarna volgde een reeks benoemingen: parttime assistent in de Sacramentskerk ( Muntel-Vliert) in 1983; parttime opbouw-pastor in Maaspoort ook in 1983; in 1985 geestelijk adviseur van Kring Den Bosch van toenmalige NCB en KVO. Op 24 februari 1985 werd Parochie Maaspoort opgericht en werd ik benoemd als pastoor van een parochie zonder kerkgebouw. Maar dat veranderde spoedig. In 1987 werd de Willibrordkerk gebouwd en ingewijd. De parochie groeide en bloeide dankzij de inzet van heel veel vrijwilligers. Toen ik 65 werd, ben ik met pensioen gegaan. Met de samenvoeging van de parochies in Den Bosch, Empel en Rosmalen  in het vooruitzicht, heb ik aangeboden parttime in de Willibrordkerk in Maaspoort actief te willen blijven. Dat werd door de bisschop bekrachtigd in een benoeming als pastor- assistent.

Pastor Ad van Wezel

Featured Image

Piet de Jong

Pastoor dr. Piet de Jong, geboren op 2 april 1942 te Oss.
Tot priester gewijd op 30 mei 2015.

Mijn naam is Piet de Jong, ik ben geboren op 2 april 1942 in Oss als tweede in een gezin van zes kinderen. Ik groeide op in een gelovig gezin. Mijn geloof kreeg mede daardoor een stevig fundament. Mijn betrokkenheid met kerk en geloof is altijd groot geweest. Ik was steeds actief in de kerk zowel lokaal als landelijk. De kerk was een deel van mijn leven. Ik was vicevoorzitter van het parochiebestuur in Vlijmen en actief in het pastoraat, ik was lid van het kerkbestuur van de kathedrale basiliek van Sint Jan Evangelist in Den Bosch, waar ik het beheer en onderhoud van de kathedraal en het overig onroerend goed in portefeuille had. Landelijk was ik als lid van de Bisschoppelijke Beleidskommissie(BBK) jarenlang adviseur van bisschoppenconferentie.

Na mijn kweekschoolopleiding studeerde ik aan de universiteit van Nijmegen onderwijskunde en bestuurskunde. Ik was adjunct directeur van de pedagogische academie in Den Bosch en directeur van de lerarenopleiding in Utrecht. Daarna was ik voorzitter van de landelijke koepel van schoolbesturen in het katholiek onderwijs. In 1993 nam ik het initiatief tot de inrichting van een bijzondere leerstoel voor Identiteit en grondslag van het katholiek onderwijs. In 2000 nam ik het initiatief tot de oprichting van het para-universitair Instituut voor Katholiek Onderwijs (IKO). Ik ontwikkelde een bijzondere interesse voor de theologie, hetgeen geleid heeft tot een studie theologie en een promotie.

Ik heb een mooi en gelukkig huwelijks- en gezinsleven gekend. Ik was getrouwd met José, we kregen twee kinderen en vier kleinkinderen. Kerk en geloof speelden ook in ons gezinsleven een grote rol. José en ik waren al sinds de jaren tachtig trouwe Lourdesgangers. Het was voor ons altijd een krachtige ervaring om te zien hoe in Lourdes de meest kwetsbaren het belangrijkst zijn. Barmhartigheid was een leidend beginsel in ons leven. Het kwam hard aan toen José eind 2011 te horen kreeg dat zij ongeneeslijk ziek was. Na twee intensieve maanden overleed José. Die zomer ging ik, nu voor het eerst alleen naar Lourdes en kreeg daar het sterke gevoel dat ik geroepen werd tot het priesterschap.

Ik voel mij bij mijn keuze voor het priesterschap gedragen door mijn geloof in een liefdevolle en barmhartige God. Dat motiveert mij tot dienstbaarheid met een voorkeur voor de gekwetste medemens. Met een citaat uit Hebreeën 10, 7 kan vol overtuiging zeggen: ‘Hier ben Ik, Ik ben gekomen om Uw wil te doen’.