Afgelopen week was de reis naar Hildegard van Bingen die onze parochie organiseerde in samenwerking met bisdom Haarlem-Amsterdam. Een volle bus reed naar het Duitse Rüdesheim om dicht bij de beentjes van Sint Hildegard te kunnen verblijven en de feestdag van binnenuit mee te vieren.
Onze pelgrimsgroep was niet de enige, er bleken mensen uit Frankrijk gekomen te zijn en zelfs vanuit Denemarken waren er pelgrims. Ook was er een groep van mensen uit de omgeving van Trier met een gehoorbeperking of helemaal die helemaal doof waren. Zij hadden tolken mee om in gebarentaal alles ‘verstaanbaar’ te maken. Expressieve gezichten en drukke handen vertelden de Bijbelverhalen, baden en vertolkten de gezangen. Steeds wisselden de tolken elkaar af, maar niet bij de geloofsbelijdenis, daar stonden zij gezamenlijk. Dat maakte indruk en zet aan het denken.
Bij de geloofsbelijdenis gaat het niet alleen om het vertellen van een Bijbelverhaal. Het gaat niet alleen om het toegankelijk maken van een overweging, wat de tolken doen. Het is meer dan het meenemen in teksten en gevoel van een lied. Bij de geloofsbelijdenis kwam er iets bij. Het leek wel of het het ‘gewone’ tolken oversteeg. Prachtig simultaan waren de gebaren, de blik ook regelmatig naar de hemel gericht.
Het gebaren van de geloofsbelijdenis was een geloofsbelijdenis in zichzelf. Het was een echte uitdrukking van samenhorigheid, van geloof, niet het opzeggen van woorden of het vertalen van woorden. De mensen die gebarentaal kende, gebaarden de geloofsbelijdenis mee.
Het was indrukwekkend met een vraag aan ons allemaal: hoe beleef ik zelf eigenlijk het bidden/uitspreken van onze geloofsbelijdenis?
Pastoraal werker Johanneke Bosman