In de pastorie in Handel, waar ik woon, wordt de komende dagen een boeiende cursus gegeven over Maria. Nu we de maand mei naderen, de Mariamaand, is het goed om na te denken over Maria, over wat zij voor ons gelovigen betekent.
Wanneer we het intrigerende evangelie van Johannes lezen over Jezus’ laatste minuten voor zijn dood, zien we een zeer ontroerende ontmoeting tussen Jezus, zijn moeder en de beminde leerling. “Toen Jezus zijn moeder zag en naast haar de leerling die Hij liefhad, zei Hij tot zijn moeder: “Vrouw, zie daar uw zoon.” Vervolgens zei Hij tot de leerling: “Zie daar uw moeder”. En van dat ogenblik af nam de leerling haar bij zich in huis. (Johannes 19,27). Op het eerste gezicht lijkt dit een eenvoudige huiselijke regeling, maar het is veel meer dan dat, het is het testament van de gekruisigde Christus voor de hele kerk.
Na de mysterieuze woorden van de engel zet Maria de stap en spreekt ze haar jawoord uit. “Ik ben de dienares van de Heer.” (Lc 1, 38) Haar ‘ja’ is een sprong in het ongewisse. Maria zegt niet ‘ja’ omdat ze over voldoende kennis beschikt van wat er gaat komen en ze alles verstaat en beheerst. Ze vertrouwt zich toe aan het vreemde, aan een andere orde, aan datgene wat haar pet te boven gaat. Haar jawoord is er een van geloof en overgave.
Een dergelijk jawoord kunnen we ook ervaren bij mensen op hun sterfbed. Op een bepaald moment laten ze alles los. Ze verwachten niets meer en stellen geen vragen meer, maar geven zich over aan wat gaat komen, in de handen van God. Ze vertrouwen zich toe aan God.
Laten ook wij net als Maria, de wil van God gebeuren in ons dagelijkse leven als de dingen niet gaan zoals we verwachten.
Pater Titus