In de 32 jaar die ik hier in Rosmalen ben als (emeritus-)diaken, heb ik, los van eigen dierbaren die ik ben kwijt geraakt, ook afscheid moeten nemen van heel veel dierbare medemensen in onze geloofsgemeenschap. Het mooie is dat ik iedere keer merk: maar zij zijn er nog steeds!
Zij hebben onze parochie/geloofsgemeenschap mede gedragen en ook mij gedragen en mede gevormd. Het is erg verdrietig dat mensen soms veel te vroeg en te plotseling van ons weggaan. Maar wij zijn ook verrijkt met hun kracht en met wat zij hebben betekend voor onze geloofsgemeenschap. Het is niet zo dat zij er nu helemaal niet meer zijn en het is ook niet zo dat hun aanwezigheid alléén maar afhangt van degenen, die hen nog kennen. Ik voel het dieper.
Daarom zeg ik ook altijd aan het einde van de preek in de uitvaartdienst (of aan het einde van de viering): “À Dieu – tot ziens bij God”.
Ik vertrouw als pastor haar/hem weer toe aan God de Eeuwige. Ik vertrouw erop dat wij na de dood weer thuiskomen bij God en dat wij elkaar na ons overlijden op de een of andere manier weer zullen zien. “Wij zullen opstaan en lachen en juichen en leven” (Uit: Huub Oosterhuis – De steppe zal bloeien).
We komen van God en keren terug naar het huis van Onze Vader, de hemel. Dus niet: dit was het dan….einde verhaal.
In de christelijke uitvaartliturgie wordt het levensverhaal van de overledene verteld en verbonden met enkele Bijbelverhalen; er wordt gebeden en meestal veel gezongen of eventueel naar muziek geluisterd.
De uitvaartliturgie eindigt altijd met het brengen van de laatste eer aan de overledene. Ik zegen dan onze geliefde met water. Water roept de oorsprong op, begin en nieuw leven. Water biedt bescherming in de moederschoot.
Water herinnert je aan je doopsel: leven met Christus. Al zegenend bidden we dat God ons thuisbrengt en ons leven tot voltooiing brengt.
Daarna wordt de overledene bewierookt. Wierook om te danken om wie hij/ zij was. Wierook opdat onze dierbare mag opstijgen (aarzelend en toch vol vertrouwen) om tot rust en vrede te komen en te rusten in Gods liefdevolle armen: Hij zal er zijn.
Overlijden is: over het lijden gaan naar een nieuw bestaan. Jezus Christus is ons er in voorgegaan. Hij is gestorven en is verrezen. Tijdens de christelijke uitvaart bidden we dat Jezus ook onze dierbare overledene zal doen verrijzen. En zó kijken we in een christelijke uitvaart niet alleen terug op een voltooid leven hier op aarde. We kijken óók vooruit, over de dood heen.
Zo is er in iedere kerkelijke uitvaart ruimte voor het verdriet, de herinnering die pijn achterlaat maar ook ruimte voor het geloof dat toekomst, uitzicht geeft.
À Dieu…tot ziens bij God. “Wij zullen opstaan, lachen en juichen en leven”.
Emeritus- diaken Jan Renders