Maria is de patrones van onze parochie, met haar voorspraak in onze rug mogen wij een gemeenschap vormen met vele kleuren. In de maand oktober staat het Rozenkransgebed extra centraal. Aan het einde van een rozenhoedje wordt er vaak de litanie van Maria gebeden. Een gebed waarin we Maria aanroepen onder vele, veelal bijbels geïnspireerde namen. Bijvoorbeeld Moeder van de Schepper, Zetel van Wijsheid, Koningin van de vrede.
Een van de namen is ‘Morgenster’. De recent heilige verklaarde Titus Brandsma (1881-1942) heeft een mooi gedicht geschreven rond precies deze naam van Maria.
Daar rijst de Morgensterre,
Zij meldt mij van heel verre,
Dat weer de Zon komt dagen,
De Zon, die met haar glanzen
Straks aan de hemelkransen
De sterren komt vervagen.
De sterren gaan al bleeken
En stralen zonlicht steken
Reeds door de lage luchten,
Het licht komt altijd gauwer,
De sterren worden flauwer
En gaan ten laatste vluchten.
Een sterre blijft er schijnen,
Haar doet geen zon verdwijnen,
Zij blijft, de Morgensterre.
Haar wil de zon niet dooven,
Haar licht den glans niet rooven,
Ik zie haar steeds . . . . heel verre.
Zij doet mij ’t beeld aanschouwen
Der Zoete Lieve Vrouwe,
Die ’t Licht van ’t Licht mocht baren:
Ook zij deelt in Gods luister,
Haar licht wordt nimmer duister,
God zelf blijft het verklaren.
‘God zelf blijft het verklaren’, schrijft Brandsma. God is het die zorgt dat de zon rond Maria niet dooft. De Geest van God blijft de inspirerende kracht waardoor Maria met ons mee kan blijven bidden en wij haar haar voorspraak mogen vragen. Een mooie gedachte om de oktober Rozenkransmaand mee in te gaan.
Pastoraal werker Johanneke Bosman