In de laatste 50 jaren zijn we veel vraagtekens gaan zetten bij zaken die vroeger gewoon aanvaard werden met name in onze katholieke wereld. Dat geldt zeker ook voor het onderscheid tussen goed en kwaad. Heel algemeen blijft staan dat we moeten handelen naar wat ons geweten ons ingeeft.
Maar die stem van ons geweten wordt gevormd door allerlei informatie die van buitenaf naar ons toe komt. Allerlei ‘normen en waarden’ worden ons in feite aangereikt vanuit een traditie. Die traditie gaat voor ons terug op de 10 geboden die God aan Mozes heeft gegeven en die in het evangelie door Jezus werden bevestigd.
Nu kennen we het verhaal van een jongeman die naar Jezus kwam met de vraag: Meester, wat moet ik doe om het eeuwig leven te verwerven (Mt.19,16)? Het eerste antwoord is dan: onderhoud de geboden. Maar de jongeman wil een hoger ideaal. En Jezus raadt hem dan aan: maak je los van je bezittingen en volg Mij. Dat zou in feite een overgang zijn van verplichtingen naar iets meer: je hart laten spreken, doen wat echte liefde je ingeeft.
Op een andere plaats in het evangelie zegt Jezus (Mt. 5,17): Ik ben niet gekomen om de oude Bijbelse levensregels (de Wet) af te schaffen, maar om deze te vervolmaken. Hij wil graag dat we ons niet zozeer laten leiden door plicht als wel door de liefde.
En dan kan onze levensopdracht worden samengevat in 2 geboden: de liefde tot God en tot de naaste (Mt.22,37-40). Daarin kunnen we groeien. De apostel Paulus heeft daarvoor een mooie formule gemaakt in Filipp. 1:9: En dit is mijn bede: moge uw liefde steeds rijker worden aan inzicht en fijngevoeligheid.
Fijngevoeligheid moet mij helpen om aan te voelen: hoe komen mijn woorden en daden over bij de ander? Iemand met ‘een brede rug’ zal zich er bij voorbeeld weinig van aantrekken las ik zeg: Stommeling! Maar een ander kan ik er veel pijn mee doen. Een belangrijke vraag moet dus zijn: hoe komen mijn woorden en daden over bij de ander? En dan mogen we ook vragen: hoe komen mijn woorden en daden over in de ogen van God? Want onze eerste levensopdracht is om de Heer onze God te beminnen met heel ons hart, heel onze ziel en heel ons denken. Doen we dat ook? God zelf is heel fijngevoelig ………. !
pater Leo van der Klaauw