“Bedenk wel: stof zijt gij en tot stof zult gij wederkeren." Of, “Bekeert u en gelooft in het evangelie”.
Deze woorden klinken minder aangenaam dan het gezellige woord alaaf welke pater Titus vorige week in zijn column geschreven had.
En toch zijn dit de woorden die we afgelopen woensdag gehoord hebben bij het ontvangen van het askruisje.
En hoever het ook uit elkaar staat, of misschien kan ik beter zeggen, blijkt te staan, toch zijn carnaval en aswoensdag onlosmakelijk met elkaar verbonden.
Tijdens carnaval nemen we het er nog even goed van, want na de dagen van gezelligheid en vreugde, volgt de Veertigdagentijd. Dit is de periode die voorafgaat aan en voorbereidt op het Hoogfeest van Pasen. Deze veertig dagen zijn een tijd van bezinning, gebed en bekering.
En toch is de carnaval niet enkel en alleen gezelligheid, excuseer mijn taalgebruik, zuipen en hossen.
Tijdens de carnaval in Zandhazendurp heb ik met heel veel mensen gesproken. En als je langer met mensen spreekt, kom je ook leed tegen: iemand van wie een van de ouders veel te vroeg overleden is. Onbegrip waarom er ellende in de wereld is. Mensen die weten dat dit hun laatste carnaval is. Dit zijn maar een paar voorbeelden.
En toch, en dat is ook carnaval, zag ik ook de sterkte van dit feest. Mensen die steun bij elkaar konden vinden. Mensen die steun en kracht bij hun clubjes kunnen vinden. En hoe belangrijk was het ook dat de mensen elkaar weer écht konden ontmoeten. Dit had iedereen nodig.
Veertigdagentijd, vastentijd. Iedereen kan het invullen zoals hij of zij dat wil. Sommige mensen drinken geen alcohol, anderen snoepen niet, weer anderen steunen goede doelen. Het belangrijkste is dat de band tussen God en onze naasten sterker wordt.
As hebben we op ons voorhoofd gekregen. As, laat zien dat alles vergankelijk is, alles gaat voorbij. Maar de tijd die we hebben, laten we die tijd goed gebruiken. Dat we deze Veertigdagen mogen gebruiken om onze band met Jezus hechter te laten worden en we omkijken naar mensen die onze hulp goed kunnen gebruiken.
Ik wens u een gezegende Veertigdagentijd.
Kapelaan Gideon van Meeteren