Kerkgangers van de Laurentius zullen hem nog wel herkennen: Niels van Roon. Van zijn 7e tot zijn 16e was hij een zeer getrouwe misdienaar. Niels is inmiddels 19. Geen misdienaar meer, maar een erg gelovige jonge kerel die met open ogen en oren het leven aan het veroveren is. Geboren en getogen Bosschenaar brengt hij heel wat uurtjes in de Sint-Jan door, maar komt ook in andere kerken, ook die van onze parochie. God speelt een zeer belangrijke rol in het leven van Niels. Hij “ontdekte” God vanaf ongeveer zijn vierde levensjaar. Niels is door omstandigheden wel twaalf keer verhuisd. Misschien is dat ook een reden waarom hij zich in zo veel kerken thuisvoelt. Hij kan er lekker in z’n eentje zitten bidden, maar voelt zich ook bij vieringen goed thuis. Hij was onlangs enkele maanden in Zuid-Afrika, waar hij vrijwilligerswerk deed voor een hulpverlenende organisatie. Zijn geloof werd daar enorm gesterkt door de vaak stampvolle, enthousiaste christelijke kerken. Niels dompelde er zich helemaal in onder.
Niels ervaart God overal om zich heen. Hij praat ook vaak met andere jongeren over het geloof. Hij vindt het fijn als hij gelijkgestemden treft, maar respecteert een andere mening. In zijn vriendenkring zijn ook jonge moslims en ook met hen gaat hij in gesprek. Niels ontdekte dat veel jonge zoekende gelovigen, van welke religie dan ook, uitkomen bij zelfde God. De organisaties eromheen zijn jammer genoeg uit elkaar gegroeid. Niels werkt op een callcenter met overwegend jonge collega’s. Zijn collega’s en vrienden weten van de belangrijke plek die geloof in zijn leven speelt. Zo ook het toneelgezelschap De Kersouwe in Heeswijk-Dinther, waar hij lid van is.
Voor corona bezocht Niels regelmatig de CHILL-bijeenkomsten, waar jongeren elkaar treffen. Gewoon gezellig samen kletsen, elkaar bevragen, bidden, een spelletje spelen. Gerzelligheid troef en dan is er ook plek voor een gebed en een serieus gesprek.
Niels denkt dat hemel en hel niet nodig zijn. God laat zich overal vinden en ieder krijgt van Hem een tweede kans, indien nodig. Hij laat dat aan God over. Hij denkt dat jongeren best bereid zijn om over geloofszaken te spreken en de handen uit de mouwen te steken als het om helpen gaat. Nodig ze uit, geef hen de kans om op eigen manier te denken en te bidden!