De Cathrien-gemeenschap. Een oefening in toevalligheid

18 mei 2024

Voor het Kringblad,  het contactblad van Gebedskring rond het Sint-Janscentrum, schreef Frank Bosman, cultuurtheoloog en betrokken bij de Sint Cathrien gemeenschap, een artikel over hoe we met elkaar zoeken naar een weg om de Sint Cathrien een gastvrije plek van hoop en leven te laten zijn.

Die ene vraag

Zolang als ik lezingen en workshops geef aan katholieke parochies of protestante gemeenten, waar ik vragen beantwoord voor enthousiaste vrijwilligers, bezorgde ouders, creatieve pastoraal werkers en onbeschaamd geïnteresseerden in theologie, geloof en cultuur, zolang krijg ik altijd die ene vraag gesteld. Het is de vraag die ik vrees omdat ik er geen antwoord op heb. Het is de vraag aller vragen. Het is de vraag die gesteld wordt of ik nu over Maria Magdalena spreek of over humor in de kerk of de stigmata van Franciscus. De vraag luidt: ‘Meneer Bosman, hoe krijgen we de kerk weer vol?”

Het is een diep gevoelde vraag, gesteld door één persoon maar merkbaar namens de gehele verzamelde gemeenschap. Vaak gesteld door de enige dertiger of veertig in een groep vol met wijze, grijze hoofden. Het is een vraag die hoop en wanhoop tegelijk uitdrukt. Wanhoop omdat kerk en geloof in Nederland nog steeds elk jaar minder populair worden, omdat financiële reserves zijn uitgeput, omdat kerken moeten sluiten, omdat vrijwilligers afhaken, omdat de jongeren nog nauwelijks de weg naar Christus’ kerk weten te vinden. Maar ook hoop, omdat er kennelijk nog wat aan te doen zou zijn, dat er nog een reële kans bestaat het tij van de secularisering in Nederland en West-Europa te keren, dat het mogelijk kan zijn – moet zijn – de kerk weer te bevolken met mensen van alle rangen en standen en – vooral – alle leeftijden.

En dan rusten alle ogen op mij. Er hangt een bijna gewijde stilte in het zaaltje waar ik me dan toevallig bevindt. Ik kijk in hun ogen en zie mijn eigen angst en hoop weerspiegelt. ‘Jij bent de theoloog,’ hoor ik ze collectief denken, ‘jij weet de oplossing; deel die met ons dan kunnen we er mee aan de slag.’ Maar ik weet het antwoord ook niet. Als ik het zou hebben, had ik het al lang gedeeld, was het al lang uitgevoerd, was de kerk in Nederland al lang gered.

Die vraag – hoe krijgen we ‘de kerk’ weer vol? – is de hamvraag waarop de missionaire parochie een antwoord wil geven. Overal in Nederland – en erbuiten – duiken groepen en groepjes gelovigen op die met nieuw elan mensen willen omvormen – inclusief zichzelf – tot leerlingen van de Heer. De missionairen, onder aanvoering van Father Mallon en zijn Divine Renovation, bidden en praten en vieren en dubben hoe zij hun geliefde kerk weer kunnen volkrijgen. Ze voelen zich geïnspireerd door de straatpredikanten die onbekommerd op het dorpsplein oproepen tot bekering, maar durven hen niet na te volgen. Ze voelen zich geroepen de Blijde Boodschap in hun hele leven te verkondigen, maar vinden er op werk en in de sportkantine geen woorden voor die weerklank vinden in een maatschappij die de taal van de religie al lang vergeten is te verstaan.

Hoe dan te opereren? Ik heb het antwoord ook niet. Maar ik moet denken aan onze Cathrien-gemeenschap. De St.-Cathrien – midden in de Bossche binnenstad – stond lang op de nominatie om afgestoten te worden: maar wie wil een monumentaal pand dat heftig en continu onderhoud nodig heeft? Sinds anderhalf jaar heeft de parochie H. Maria – waar de kerk onder valt – de Cathrien weer nieuw leven ingeblazen. Een paar toevallige vrijwilligers, aangespoeld door de golven van het leven, samen met een enthousiaste pastoraal werker en pastoor, zetten koffie en thee en hangen geregeld gezellig samen in of rond de kerk. Nederlanders, expats, vluchtelingen, studenten: we praten Nederlands en Engels door elkaar heen en iedereen verstaat elkaar als een zeer traag Pinksterfeest. Gods hangjongeren voelen we ons: beetje ongewassen, maar wel gezellig. ‘Koffiekerk’ worden we dan ook wel genoemd en die geuzennaam dragen we met eer.

Alternatief

Vaak organiseren we laagdrempelige en open gebedsvieringen, voor bijzondere mensen of bij bijzondere gelegenheden; vieringen die aansluiten bij geleefde levens en ervaarde gevoelens. Juist ook als die levens zwaar zijn of de gevoelens donker. ‘Jezus, wat een verhaal!’ bijvoorbeeld vertelt de passie van de Heer aan mensen die geen reguliere kerkgang hebben of behoeven, maar zich laten inspireren door de live gezongen popliederen en meditaties die Jezus’ lijden aan dat van ons in het hier en nu koppelen. We vieren de vooravond van Allerheiligen – All Hallows’ Eve – de kerk verlicht met het licht van duizend kaarsen. We bidden voor de overledenen, die ons zijn voorgegaan naar het huis van Onze Vader. En weer sluiten mensen aan, die op zondag eigenlijk altijd ergens anders zijn, maar die nu willen stilstaan bij wie zij liefhebben. We noemen God bij naam en stellen Hem present – in alle bescheidenheid overigens – zonder het per se zelf beter te weten.

Ik herinner me een jong koppel dat bij onze Wereldlichtjesdagviering arriveerde, duidelijk niet gewend een kerk te navigeren. We staken met elkaar kaarsjes aan voor overledenen kinderen – dichtbij of veraf, gisteren of vijftig jaar geleden – zo ook het zichtbaar geëmotioneerde koppel. Na de viering, bij de koffie – zoals ik al zei, we nemen onze bijnaam serieus – spraken we met hen: ze hadden zeer recentelijk hun kindje verloren en konden geen andere plaats vinden om te rouwen die avond dan onze kerk. “We geloven niet in God,” zeiden ze bij herhaling en bij wijze van verontschuldiging. “We hebben niets met de kerk,” zeiden ze met tranen in de ogen. “Geeft niets,” zeiden we. “Wij zijn er toch,” in het vaste vertrouwen dat God doorheen ons werken mag.

Bescheiden

Het succes van de Cathrien is vooral een bescheiden succes. We kijken al lang niet meer naar de aantallen. Soms zijn we met zijn zessen, als we op de maandagavonden in de Vastentijd de Vespers bidden. Soms zijn we met honderd, als we ‘Jezus, wat een verhaal!’ vieren. Vaak met enkele tientallen als we na de viering verkassen naar de pastorie om er met zijn allen te eten. Vrijwilligers te over, iedereen pakt aan zonder gevraagd te zijn. Er is altijd eten. Er is altijd koffie en thee. Er is altijd iemand om mee te praten of een spelletje mee te doen. De koster zorgt voor een open kerk en heeft altijd een praatje paraat. En in de Catharina Academie doceren theorie- en praktijkexperts aan geïnteresseerden – wel en niet gelovig overigens – over Bijbel, theologie, liturgie en geloof.

De Cathrien is een plek van hoop, hoe bescheiden ook. De Cathrien is geen model, elke gemeenschap is anders. De Cathrien staat wel op de drempel tussen kerk en wereld; zij nodigt haar geliefden uit die drempel vaak en met liefde over te steken, zodat de wereld in de kerk kan komen en de kerk in de wereld. De Cathrien is geen model dat kan worden uitgerold, het is een toevallige verzameling van vreemde mensen die elkaar gevonden hebben in liefde en steun voor God en elkaar. Die koffie drinken en soep delen. Die praten in de taal van Pinksteren: een beetje chaotisch, maar altijd gezellig. De Cathrien biedt hoop, dat het kan, dat het nog steeds kan en hoe mooi dat dan is.

Bron: Kringblad St.-Janscentrum

Meer nieuws

Stand van zaken gezondheid pastoor Paul Janssen

Beste mensen, Inmiddels ben ik ruim twee maanden ziek. Ik […]

Geplaatst: 26 juli 2024

Lezing Leonard Cohen : "You want it darker'

Publiekslezing internationaal symposium "Intertextuality as reinterpreting texts" in Sint Cathrien […]

Geplaatst: 23 juli 2024

Update project van pater Titus in zijn geboortedorp Akputu

Zo gaat het met de kinderen in Akputu in Nigeria, […]

Geplaatst: 11 juli 2024

Nieuwe cursussen bij de Caharina Academie

Zaterdag 29 juni werd de tweede cursus van de Catharina […]

Geplaatst: 4 juli 2024