Het is een van onze kleinste lichaamsdelen, maar we zondigen er het meeste mee. U begrijpt dat ik het heb over dat kleine stukje vlees in onze mond, onze tong. Dat kleine tongetje van ons kan ons diep in de problemen brengen. Het is, zoals de apostel Jacobus in een van zijn brieven schrijft: "met onze tong is het als met een schip, waarvan het roer het kleinste deel van het schip is, maar het bepaalt wel waar zelfs het grootste schip heenvaart".
Woorden doen ertoe. Wat kun je bang zijn voor een woord. Een woord dat je afwijst, dat die baan net aan je neus voorbijgaat. Een woord misschien dat je laatste levensfase aankondigt. Woorden kunnen vol spanning zijn. Je krijgt ruzie met iemand. Het hoogste woord komt eruit. De spanning is te snijden. Plotseling komt iemand met het verlossende woord. De spanning drijft weg, het feest is gered. Maar wie spreekt dat verlossende woord, dat woord dat ons losmaakt?
Zo iemand is Jezus. Zijn leerlingen hebben dat Verlossende Woord van hun Meester aan den lijve ervaren. Daarom is Jezus niet zomaar een woord, Hij is Gods Vleesgeworden Woord. Jezus zegt niet zomaar wat, Hij spreekt bevrijdende woorden. Tot de lamme zegt Hij: "sta op en loop".
Tot de overspelige vrouw: "ga heen en zondig niet meer". Tot de moordenaar op het kruis spreekt Hij verlossende woorden: "Heden nog zul je met Mij zijn in het paradijs". En tot zijn leerlingen zegt Hij: "Laat je netten maar in de steek. Komt en volgt Mij. Vissers van mensen mogen jullie zijn!"
En deze zondag nog zo’n verhaal. De leerlingen van Jezus hadden de hele nacht gevist maar niks gevangen. Als Jezus tegen Simon zegt vaar naar het diepe en gooi uw netten uit sputtert hij tegen. Toch gooit Simon Petrus op gezag van het Vleesgeworden Woord zijn netten uit. Ook wij mogen, op gezag van het Vleesgeworden Woord onze netten blijven uitwerpen en vissers van mensen worden. Ook wij mogen leven van Zijn belofte dat ook in onze tijd onze netten zullen scheuren door hun overvloed. Daarom steek de handen uit de mouwen, en haal de netten maar binnen.
Pastor Piet de Jong
Landelinusgemeenschap Empel