Met Palmzondag a.s. beginnen wij de Goede Week. Alle christenen worden uitgenodigd Jezus Christus bijzonder nabij te zijn in de dagen die aan Pasen vooraf gaan en op de dag van Zijn opstanding uit de dood: Pasen.
Kinderen hebben vaak de vraag gesteld: “waarom noemen we de week van het lijden en de dood van Jezus de Goede Week?”
Het is toch raar dat we ondanks Zijn veroordeling, Zijn lijden en Zijn dood spreken van ‘goed’, terwijl het hoort tot de moeilijkste momenten in een mensenleven.
Het antwoord ligt in de bekroning van de lijdensweek, namelijk in de overwinning op de dood. Niet de dood maar het leven heeft het laatste woord.
De Goede Week begint met Palmzondag. We vieren Jezus’ blijde intocht in Jerusalem, toegejuicht door zeer veel mensen met palmtakken in de hand.
In de viering van palmzondag worden in het begin palmtakjes gezegend en uitgereikt (voor thuis achter het kruisbeeld). Tijdens de dienst van het woord wordt het lijdensverhaal van Jezus, volgens de evangelist Lucas, voorgelezen.
Op de woensdagavond in de Goede Week is er in de kathedraal de zegening en de wijding van de heilige oliën door onze bisschop. Deze oliën zijn bestemd voor de parochies van ons bisdom en wel voor het komende jaar.
Er is zegening en wijding van drie soorten oliën: die voor de zieken, die voor de doopleerlingen en het chrisma (bij doopsel, vormsel en priesterwijding).
Op Witte Donderdag gedenken we de laatste maaltijd van Jezus met zijn vrienden. Er zijn twee delen in de viering. Enerzijds het verhaal van de voetwassing, dikwijls geïllustreerd met het wassen van de voeten van een twaalftal parochianen. Dit is hét teken van dienstbaarheid, door Jezus op unieke wijze voorgeleefd.
Anderzijds is er de instelling van de eucharistie, het sterke teken van Jezus’ blijvende aanwezigheid. De naam ‘Witte’ Donderdag duidt op de witte gewaden, die priester en diaken op deze dag dragen.
Op Goede Vrijdag herdenken we het lijden en de dood van Jezus aan het kruis. Gelovigen worden opgeroepen om deel te nemen aan de kruisweg in de namiddag en aan de dienst met kruisverering in de avond.
In deze laatste viering wordt het evangelie van Jezus volgens de evangelist Johannes voorgelezen en wordt het kruis ter verering aangeboden. Er is geen Eucharistie; wel het aanbieden van de communie. Goede Vrijdag is een dag van vasten en onthouding: we matigen ons in eten en drinken en onthouden ons van vleesspijzen.
In de Paaswake in de avond van Stille Zaterdag vieren we Jezus Christus’ overgang van de dood naar de verrijzenis. Met het paasvuur wordt de nieuwe paaskaars ontstoken en binnengebracht: teken van de verrezen Christus, die Zijn licht op ons overdraagt. In een uitgebreide serie Bijbellezingen volgen we de geschiedenis van God met de mensen, vanaf de schepping tot en met de verrijzenis, die de aanvang is van Gods nieuwe en definitieve schepping.
Tijdens de Paaswake hernieuwen ook alle gelovigen het geloof van hun eigen doopsel. Daarna wordt op feestelijke wijze de Eucharistie gevierd, waarin de verrezen Christus met Zijn lichaam en bloed onder ons blijft en ons ook telkens voedt.
Op Paaszondag is het Hoogfeest van Pasen, dat in het teken staat van de vreugde over Christus’ verrijzenis uit de dood. Pasen is het belangrijkste christelijke feest. Uit dankbaarheid klinkt op deze dag (en daarna) vele malen het feestelijke alleluja.
Pasen, de overwinning van Jezus op de dood, wordt gedurende zes weken gevierd; we vieren als gelovigen de toegang tot een nieuw en eeuwig leven.
Zalig Pasen. Laten we blije paasmensen zijn!
Emeritus- diaken Jan Renders