De komende zondag horen we in het evangelie het verhaal over iemand, die bij Jezus komt en Hem vraagt hoe hij het eeuwig leven kan verwerven? Jezus kijkt hem liefdevol aan en zegt: ga verkopen wat je bezit en geef het aan de armen en kom dan terug om Mij te volgen.
Deze woorden van Jezus ontstelde de man en ontdaan ging hij heen omdat hij vele goederen bezat. De man kon niet bij Jezus horen omdat hij niets van zijn bezit af kon geven. Om zijn woorden kracht bij te zetten, vertelt Jezus dan dat het voor een kameel makkelijker is door het oog van een naald te gaan dan voor een rijke om het Koninkrijk Gods binnen te gaan. Het gaat Jezus hier niet louter om geld en materiële rijkdom of dat Hij daar pertinent tegen is. Het gaat Hem veeleer om een levenshouding te hebben, die ontvankelijkheid en openheid uitstraalt.
Hoe dikwijls zetten ook wij – hier en nu – onszelf gevangen in het vele dat wij bezitten én dat ons in bezit neemt? Als we voortdurend met de handen vol leven, hoe kunnen we dan nog ontvangen wat God ons geeft? Bij Jezus willen horen en zó het eeuwig leven verwerven, betekent dat je niet leeft vanuit de houding alles te willen bezitten en te hebben. Nee, het gaat erom dat je leeft van binnenuit en de liefde, die in je woont, handen en voeten geeft in je ontmoetingen met de ander naast je. Steeds meer loslaten!
Het gaat erom dat we steeds meer gaan zien wat écht belangrijk is in het leven. Dan ben je rijk! De man, die Jezus ontmoette, kon het niet. Hoe zit het met ons?
Jan Renders, emeritus-diaken