In het begin van de Bijbel vinden we twee scheppingsverhalen. Het tweede is een soort poëtische voorstelling van Gods bedoeling met de schepping. God wil de mens gelukkig maken, hem laten leven in een paradijs. En daar is hij dicht bij God, want God wandelt ook in dat paradijs (“in de koelte van de namiddag”) en kan daar een praatje maken met de mens.
Maar de mens kiest heel eigenwijs zijn eigen weg. Dan komt er een scheiding tussen de wereld van God en de wereld van de mens. De wereld van God is hierboven: de hemel. En vanuit die hemel laat God het dan wel op zijn tijd regenen, waaien, bliksemen en donderen. Als andere uiterste is er een onderwereld: een domein van dood en duisternis.
Daartussen is dan onze wereld, de aarde, waar het een strijdtoneel is van goed en kwaad. De hemel was voor de mens onbereikbaar. Hoogstens kon men een berg opgaan om wat dichter bij God te komen. Heel bijzonder was het dat Mozes op de berg Sinaï God mocht ontmoeten, die dan zelf van de hemel was afgedaald.
In ons moderne wereldbeeld worden regen en wind, bliksem en onweer, niet meer rechtstreeks door God in gang gezet. Heel het heelal is in beweging volgens de wetten van de natuur. Onze vliegtuigen stijgen op naar de hemel, maar komen niet uit bij God. Meer dan ooit lijkt de wereld van God onbereikbaar voor de mens. Het is een totaal andere wereld. Maar er zijn soms wel bijzondere ervaringen die boven de natuurwetten uitgaan. Onze wereld blijkt dan een strijdplaats te zijn tussen goede en kwade machten.
We zijn gevangen in onze wereld, we zijn in ballingschap, in een dal van tranen. En onze doden zijn in een andere wereld, onbereikbaar. Maar op Pasen is er een grens weggevallen. De verrijzenis van Jezus betekent: Hij is niet opgesloten in onze wereld hier en ook niet in die andere wereld. Hij heeft een grens doorbroken. Hij verschijnt met een echt lichaam. Hij laat zich betasten, Hij eet en drinkt en geeft onderricht. Maar Hij komt en verdwijnt weer. Gesloten deuren houden Hem niet tegen. Hij is ontsnapt aan de aardse begrenzing. Hij laat ons iets zien van onze toekomst. Want als er één schaap over de dam is ….. En Lucifer mag alarm slaan!
p. Leo van der Klaauw